• Wij zijn GMF

    Pieter, voorzitter en duizendpoot

    Via GMF kan ik in Gent een lokaal antwoord geven aan een wereldwijde uitdaging.

Treinaanbod, voorzieningen en tariefstructuur treinstations rond Gent te mager om te concurreren met auto

29 januari 2020 at 12:25pm

De NMBS lanceerde in 2018 S-trein aanbod. Ze verwoordt het op haar site als volgt: “De S duidt het voorstedelijke treinaanbod van Gent aan. Het omvat een zone van ongeveer 30 km rond de stad. Met maar liefst 45 stations en 3 voorstedelijke verbindingen is er altijd een halte in de buurt van je bestemming.”
Het persbericht en de conclusies worden ondersteund door TreinTramBus

Vrijwilligers van GMF brachten alle S-treinstations rond Gent in kaart en kijken naar de voorzieningen, het treinaanbod en toestand van de S-treinstations (28 stations – kaart hier) De evaluatietabel van alle stations vind je hier. Vele voorstad-stations hebben onvoldoende treinaanbod en schitteren in afwezigheid van essentiële voorzieningen. 

Het S-trein netwerk rond Gent is onvoldoende aantrekkelijk om te fungeren als een volwaardig voorstadsnetwerk en alternatief voor de wagen. Gents MilieuFront bezocht alle 28 stations (tabel hier) en heeft vragen rond frequentie, de voorzieningen en dan vooral de toegankelijkheid, de haltes en het tariefgebied. 

  • frequentie & amplitude: Het merendeel van de stations van het s-treinnetwerk hebben tijdens de daluren maar 1 trein per uur naar Gent. Te weinig om van een hoogwaardig openbaar voorstadsnetwerk te spreken en te weinig om een echt alternatief te zijn voor de wagen. Om echt van een hoogwaardig voorstadsnet te spreken die de concurrentie kan aangaan met de auto moeten de treinen in alle s-treinstations om het half uur halt houden én later rijden zodat men pakweg uit Aalst, Dendermonde, Eeklo … kan deelnemen aan culturele activiteiten in Gent en omgekeerd

  • voorzieningen: De meest essentiële voorzieningen (toilet, loket, ticketautomaat,..)  zijn in kleine stations ontoereikend en ontbreken soms helemaal. 

  • toegankelijkheid: rolstoelgebruikers kunnen maar in 8 van de 28 stations de trein nemen. Ze kunnen in geen enkel station zelfstandig de trein nemen.. 

  • tariefgebied: Het S-netwerk kan maar succes hebben als het gebied samenvalt met een tariefzone van de Gentse Citypass en dus als er een integratie komt van de tarieven van alle openbaar vervoer in het S-netwerk.

  • haltes: Er zijn te weinig haltes om van een hoogwaardig en fijnmazig netwerk te kunnen spreken. Het huidige netwerk moet aangevuld worden met minstens volgende stations: Sint-Amandsberg, Muide, The Loop

Trein moet minstens om het halfuur passeren

Essentieel voor een treinstation is het aanbod van treinen. Vanzelfsprekend vind je het grootste aanbod van treinen in het drukste station van Vlaanderen: Gent-Sint-Pieters. Het merendeel van de stations van het s-treinnetwerk hebben tijdens de daluren maar 1 trein per uur naar Gent. Te weinig om van een hoogwaardig openbaar voorstadsnetwerk te spreken en te weinig om een echt alternatief te zijn voor de wagen. Op zondag is het nog erger en is er b.v. maar een trein om de twee uur van en naar Eeklo.

Om echt van een hoogwaardig voorstadsnet te spreken die de concurrentie kan aangaan met de auto moeten de treinen in alle s-trein stations om het half uur vertrekken richting de stad. Het huidige aanbod (zeker in het weekend) in veel kleine stations is te weinig frequent want een trein met een lagere frequentie wordt echt enkel gebruikt door wie geen alternatief heeft.
In die zin zijn enkel de stations van Wetteren, Deinze, Merelbeke, Melle, Gentbrugge, Gent-Dampoort Schellebele, Aalter en De Pinte, want daar vertrekken tijdens een weekdag minstens om het half uur een trein naar Gent-Sint-PIeters.  Naast de frequentie is ook de spreiding belangrijk. Naar De Pinte zijn er bv. bijna 3 treinen na elkaar door de week, en de rest van het uur niets meer.  
Voor een S-netwerk is het interessant dat het kan gebruikt worden als mensen uit de rand naar de stad komen om b.v. naar een theatervoorstelling te gaan. In vele gevallen geraken mensen na een avondvoorstelling niet meer thuis. 

Knipsel

Breidt citypass uit naar gebied S-treinnetwerk

In een hoogwaardig en vlot voorstadsnetwerk moet je vlot kunnen schakelen tussen trein, bus, tram en andere vormen van openbaar vervoer. De overheid moet dringend werk maken van één abonnement of één tarief voor al deze vervoersvormen. Met de invoering van de Citypass Gent is dat het geval. Alleen is het gebied waar de Citypass geldt veel kleiner dan het S-treinnetwerk.  De stations van Evergem en Merelbeke maken deel uit van het Citypass gebied. Andere stations niet. Dus idealiter verruimt de Citypass naar het volledige gebied van het S-netwerk.

Voorzieningen in stations verouderd of afgeschaft

Veel stations van het S-treinnetwerk missen essentiële voorzieningen om reizigers efficiënt en comfortabel te vervoeren. Onderstaand een aantal voorbeelden

  • 5 van de 28 stations (18%) heeft elektronische borden.

  • In slechts twee stations (Gent-Sint-Pieters en Gent-Dampoort) is er de mogelijkheid om je bagage achter te laten in lockers. De service in Dampoort is wel beperkt. Ben je niet om 22u? dan gaan alle deuren op slot en kan je pas om 6u terug aan je bagage. 

  • 70% van de stations heeft geen bemand loket. Bij de stations die wel een bemand loket hebben, zijn de openingsuren soms zeer beperkt. Alle bemande loketten (behalve die in Dampoort en Sint-Pieters) zijn gesloten na 15u. Een bemand loket hoeft geen fetisj te zijn. Ook in het buitenland doen stations het vaak met minder personeel. Dit kan voor een stuk opgelost worden door behulpzaam personeel op de treinen.

  • In 8 van de 28 stations is een loketzaal 

  • Op vele perrons is er schuilgelegenheid (zonder banken). De banken staan niet overdekt. Droog zitten is dus vaak moeilijk. 

  • Slechts 8 van de 28 stations hebben een toilet. Geen enkel toilet is gratis of zomaar toegankelijk. In Deinze was er een toilet maar het is gesloten na vandalisme. Het is onduidelijk wanneer en of het opnieuw opent. 

  • Er zijn geen publieke lift(en) in stations Dampoort, Merelbeke Gentbrugge en Kwatrecht

NMBS moet werk maken van consistentie in faciliteiten voor stations. Volgens GMF moet elk station minstens volgende voorzieningen op het spoor hebben: een netwerkkaart, intercom, klok, (overdekte) zitbanken, schermen met real-time informatie… 
Een volwaardig voorstadsstation zou ook over volgende voorzieningen mogen beschikken: fietsherstel, overstappen op deelfiets, deelwagen, pakjes (lockers post), strijkatelier,…
Vele kleine stations beschikken ook maar over 1 ticketautomaat (op 1 spoor). Dat is onvoldoende. Als de automaat niet werkt kan je geen ticket kopen. De automaat staat ook altijd op 1 spoor. Wanneer de automaat – op het andere spoor dan waar jij je trein wilt nemen – staat, dan riskeer je je trein te missen. En zo stimuleer je onrechtstreeks spoorlopen. 

Geen enkel station rolstoelvriendelijk

Geen enkel station (perron) of trein is uitgerust om rolstoelgebruikers zelfstandig de trein te laten nemen. Alhoewel de NMBS bij nieuwe stations (bv Landegem, Drongen, Wetteren, nieuwe sporen Gent-Sint-Pieters,…) verhoogde perrons aanlegt kunnen rolstoelgebruikers nergens autonoom de trein nemen omdat de treinwagons nooit op de hoogte van het perron komen of nog altijd een onoverbrugbare kloof vormen voor rolstoelgebruikers.. Ook bij de treinen die nu besteld zijn (en die 40 jaren zullen rijden) is dat niet het geval. 

In slechts 8 van de 28 stations (De Pinte, Deinze, Eeklo, Gent-Dampoort, Gent-Sint-Pieters, Kwatrecht, Landegem, Wetteren)  kunnen rolstoelgebruikers de trein nemen. In al de andere station kunnen ze noch in of uitstappen want daar daar zijn de perrons niet toegankelijk of heeft de NMBS geen personeel of mobiele ploeg voor beschikbaar. 
Sommige andere stations zijn rolstoeltoegankelijk maar er is geen infrastructuur noch personeel om rolstoelgebruikers te laten op- of afstappen. 
Waar dat geen personeel is op het station (alle stations behalve St-Pieters), moeten rolstoelgebruikers rekenen op het mobiele team van de NMBS (dus in 7 van de 28 stations). Dus soms is de ploeg niet beschikbaar en je moet minstens 24 uur op voorhand reserveren.   

In 2019 kwam een reiziger en rolstoelgebruiker, Kurt Vanhauwaert, nog met het verhaal over de slechte toegankelijkheid en service. Kurt kan dus maar beperkt reizen (naar 8 stations) en hij moet altijd rekenen op hulp. Voor heel de provincie Oost-Vlaanderen zijn er 2 mobiele teams.“Door het gebrek aan personeel bij het mobiele team word ik dikwijls gevraagd om mijn reis een uur te vervroegen of te verlaten’. 
In bijna de helft van de stations zijn geleidelijnen aangebracht voor blinden en slechtzienden. 

Belangrijke stations Gent half afgewerkt en verouderd

Gent-Sint-Pieters is het drukste station van Vlaanderen. Al meer dan 10 jaar bouwt de overheid aan een nieuw station, maar ook daar lijkt het niet van een leien dakje te gaan. De werken aan het station zijn net opnieuw voorgesteld maar het budget en de voorzieningen (behalve de fietsenstallingen) worden naar beneden bijgesteld.  

Gent-Dampoort is in 2018 een beetje opgekalefaterd, maar mist qua voorzieningen en sfeer en vooral qua toegankelijkheid alles om een volwaardig stadsstation te zijn. Sinds juni 2019 moet het Dampoortstation het verder zonder onderstationschef doen, omwille van het tekort aan personeel in station Sint-Pieters. Daardoor is er op de perrons van Dampoort geen personeel meer aanwezig. Dus naast wat cosmetische ingrepen blijven de investeringen in het station Dampoort beperkt. Over de geplande renovatie van Dampoort station is in de investeringsplannen van de NMBS geen spoor. 

Het station Gentbrugge is qua voorzieningen en aanbod te mager bedeeld om van een echt stadsstation te spreken. 

S-trein: nieuwe wind of laagje vernis?

De komst van het s-trein netwerk zou een boost kunnen betekenen voor het voorstedelijke openbaar vervoer. 
Er zijn een aantal beperkte verbeteringen qua aanbod. Er is sinds de komst van het s-treinnetwerk een extra trein op zaterdag op de lijn Ronse-Gent-Eeklo (lijn S51). 
Er is een nieuwe S-verbinding Gent-Sint-Pieters – Lokeren, met halte in Gentbrugge, Gent-Dampoort en Beervelde, op weekdagen én in het weekend’, aldus de NMBS. Opmerking:Van de drie IC-treinen tussen Gent en Antwerpen stopte er vroeger een in Beervelde. Deze IC-trein (De Panne-Antwerpen) rijdt nog steeds (enkel op weekdagen), maar doet het station Beervelde niet meer aan. De stoptrein Gent-Lokeren doet dat wel en rijdt ook in het weekend, dus het treinaanbod in Beervelde is wel degelijk uitgebreid (in het weekend).

Anderzijds is er ook sprake van een nieuwe verbinding van Aalst over Gent naar Kortrijk. en een verdubbeling van de frequentie van de L-trein van Gent naar Brugge. 
Dus er zijn een aantal kleine verbeteringen van het aanbod in het s-trein aanbod maar het is niet helemaal duidelijk wat al gerealiseerd is, wat er in de planning staat en wat er ondertussen qua voorzieningen of treinaanbod al geschrapt is. 
Bij verbeteringen inzake o.a. service in de stations en reizigers-comfort focust NMBS in haar communicatie volledig op de werkzaamheden in Gent Sint-Pieters, maar blijft vaag over de overige stations. 
Het lijkt dan ook niet dat de S-trein nu al zorgt voor een investeringsprogramma dat het aanbod en de voorzieningen van de S-trein stations opkrikt. 

Stations moeten evolueren naar knooppunten 

Jarenlang heeft de overheid bespaard op aanbod en voorzieningen van de NMBS ondanks de stijgende reizigersaantallen. Wil de overheid en de NMBS echt werk maken van functioneel en slagkrachtig openbaar vervoers via voorstadsnetwerken, die de concurrentie durven (kunnen?) aangaan met de wagen, dan zullen ze daarin moeten investeren. En in – tegenstelling tot de trend van de afgelopen decennia – ook investeren in kleine stations. Zelfs oude stations opnieuw heropenen bv station Muide station Flanders Expo (ex Sint-Denijs-Westrem) en een nieuw station te Sint-Amandsberg

Bovendien moet ze haar stations – veel meer dan nu – uitspelen als strategische plekken en knooppunten. En niet bv haar stationsgebouwen verkopen. 
Recent deed onderzoekster Freke Casset een aantal aanbevelingen om van NMBS-stations knooppunten te maken van openbaar vervoer én een plaats voor ontspannen en winkelen. Het volledige onderzoek van Freke Casset vind je hier. . 

Van ambitie naar realisatie: spoorlijn 204

Spoorlijn 204 is een bestaande goederenspoorlijn tussen station Gent-Dampoort en ArcelorMittal. De inzet van deze lijn voor personenvervoer is een Vlaamse spoorprioriteit, opgenomen in het Vlaams regeerakkoord. Verder onderzoek naar de uitbreiding van deze lijn voor goederen en personen richting Terneuzen geniet bij motie de steun van de Nederlandse Tweede kamer.
Een volgende logische stap richting realisatie vormt de opname van deze spoorambities in een federaal regeerakkoord en het investeringsprogramma van Infrabel.
Door te investeren in spoor kan het S-netwerk, het voorstadsnet, rond Gent gevoelig uitbreiden en wordt werk gemaakt van een duurzame modal shift van de vrachtwagen naar trein.
TreinTramBus heeft een studie (uit 2009) gemaakt over de potenties en mogelijke trajecten voor deze spoorlijn. 

Conclusie 

De realisatie van een S-netwerk en dus een voorstadsnet is een goede zaak. De komst van het S-netwerk (in 2018) heeft ook een aantal kleine verbeteringen met zich meegebracht. Maar het ontbreekt de overheid en de NMBS aan een echt plan om te investeren in een substantieële verbetering van het treinaanbod en de voorzieningen. Bovendien kan je niet met één ticket binnen het gebied van het S-netwerk vlot overschakelen op verschillende vormen van openbaar vervoer. 

 

Dit persbericht wordt gesteund door TreinTramBus

logo

 

Print

Zonder Gentenaars geen GMF!

Samen maken we van Gent een stad van de toekomst. Word lid voor €5 per jaar en krijg er ons tijdschrift Frontaal bovenop.

Lid Worden X