• Wij zijn GMF

    Benjamin, bestuurslid, handige harry

    Gelukkig zijn er ook veel mensen binnen en buiten GMF die constant aan de ecologische kar blijven trekken en op dezelfde nagel blijven kloppen.

Gent: goe bezig, of mag het wat meer zijn?

20 augustus 2022 at 8:58pm

De bestuursperiode ‘19-’24 is voorbij de helft. ‘Ambitie en durf voor Gent’ heet het bestuursakkoord. Maakt het stadsbestuur deze daadkrachtige visie op beleid ook echt waar? GMF legde de vraag voor aan enkele kenners van het Gentse beleid rond mobiliteit, ruimtelijke ordening en vergroening.

Anton Christiaens, beleidsvrijwilliger Natuurpunt Gent en coördinator Breekijzer
De grootste verwezenlijking is ongetwijfeld het RUP Groen, dat 90 waardevolle groengebieden beschermt tegen bebouwing. Het zorgt ook voor forse uitbreidingsmogelijkheden voor meer robuuste natuur. Stad Gent heeft met dit complexe project pionierswerk verricht en duidelijk gemaakt dat meer groen een echte beleidsprioriteit is.
Bij de heraanleg van straten is er vandaag meer aandacht voor biodiversiteit, ontharding en vergroening. Tegelijk is het onthardingsbeleid meer symbolisch dan structureel. 39% van Gent is verhard, wat onze stad zeer kwetsbaar maakt voor een waterbom, droogte en hitte. Er wordt nog altijd (veel) meer verhard dan er wordt onthard. In het ruimterapport van de provincies staat het verontrustende nieuws dat Gent tussen 2013 en 2019 meer dan 1000 hectare (= 3 keer de Bourgoyen) groene ruimte verloor. Ik mis dan ook ambitieuze projecten waarbij overtollige wegen of grote sites volledig worden teruggegeven aan de natuur.
De verstedelijking van het buitengebied moet dringend stoppen. Er zou geen vierkante meter verharding bij mogen zonder dat die (dubbel?) wordt gecompenseerd. Ook bij de verdichting in de 20ste-eeuwse gordel moet het bewaren van waardevolle natuur (bv. oude bomen) het eerste uitgangspunt zijn. Een kleine footprint (en dus hoger bouwen) is goed voor het klimaat en de natuur. De Stad deelt die visie, maar de praktijk moet op de meeste plaatsen nog volgen.
Het Gentse Soorten-plan voor wilde dieren en planten biedt een ideale kapstok om Gentenaars en bedrijven te overtuigen om tuinen meer natuurlijk in te richten. Hier ligt een kans voor de Stad om een werking op te zetten rond tuinen en andere private buitenruimte: deze blinde vlek binnen het beleid maakt bijna 19% van de oppervlakte uit.

Marjolijn Claeys, ruimtelijk planner Voorland
De Stad maakte de voorbije jaren werk van mooie en gedragen visies, zoals de Wijkstructuurschetsen, de Bouwblokvisie en het Masterplan Groenklimaatassen. Visievorming is essentieel, maar om de visie in realiteit om te zetten is ook nood aan operationele instrumenten. Vandaag dient de visie meestal als interne richtlijn voor vergunning- en adviesverlening, maar dat volstaat niet om plannen van private ontwikkelaars bij te sturen. Om bijvoorbeeld de groenklimaatassen te realiseren is niet alleen een (knap!) masterplan nodig. Stad Gent moet ook strategische plaatsen opkopen, onteigenen, de belangrijkste principes juridisch verankeren enz. Bepaalde zaken zijn te belangrijk om over te laten aan onderhandelen (en dus ook aan de goede wil van private ontwikkelaars). In die zin is de Arsenaalsite een grote gemiste kans. De ontwikkeling ervan ligt nu volledig in private handen. Stad Gent kan nog maar beperkt invloed uitoefenen. Het algemeen bouwreglement (ABR) werd aangepast om het vervangen van gezinswoningen door studentenhuisvesting tegen te gaan. Een goed voorbeeld van de inzet van een verordenend instrument. Met een grondige herziening van het ABR zou men vergroening en ontharding dwingender kunnen opleggen aan particulieren, en collectieve woonvormen meer faciliteren. Met het RUP Groen komt er zeer veel nieuwe zachte bestemming bij. Een goede zaak, maar: die gebieden zijn al effectief open/groene ruimte. Door ze nu planologisch om te zetten, lijkt het in de ruimteboekhouding alsof we open ruimte bij maakten en dus marge hebben voor nieuwe (harde) ontwikkelingen. Dat klopt natuurlijk niet. Daarom is het belangrijk dat Gent niet alleen bestemmingen maar ook ruimte-inname monitort om haar ambitie van ruimteneutraliteit waar te maken.

Koos Fransen, onderzoeker mobiliteit en oprichter STR.AAT
Als je de inwoners van Gent halverwege deze bestuursperiode zou vragen of de Stad werk maakt van een duurzame transitie in mobiliteit, dan zullen de antwoorden verdeeld zijn. Volgens sommigen gaat de transitie te traag en is ze niet ingrijpend genoeg, terwijl ze voor anderen te snel gaat en de schrik heerst dat niet iedereen mee is. In Gent zien we voorbeelden die beide meningen kunnen staven, zoals het spaak lopen van de uitbreiding van de lage-emissiezone, die vervangen werd door meer sociaalgerichte flankerende maatregelen.
Het is duidelijk dat ondubbelzinnige mobiliteitskeuzes maken niet meer evident is. De eerdere sterke sprongen voorwaarts zorgden ervoor dat nieuwe keuzes onder een vergrootglas worden geplaatst. Dat maakt radicale verandering deze bestuursperiode moeilijk. Daarnaast botsen veel Gentse ambities tegen een Vlaamse muur op. Waar Stad Gent een duidelijke ambitie heeft om het anders te doen, kijkt Vlaanderen vooral naar laaghangend fruit dat de huidige situatie eerder bestendigt dan in vraag stelt. Heel wat puzzelstukken in de mobiliteitstransitie zitten op Vlaams niveau muurvast, zoals de B401, de moordstroken op de steenwegen of het verdwijnen van bushaltes. Met het Mobiliteitsplan (en bijhorende Circulatie- en Parkeerplan) werd Gent ontegensprekelijk een koploper in de transitie naar duurzame mobiliteit. Nu kiezen ook andere steden voor fietszones, autovrije gebieden of zelfs het omdenken van de stadsring tot een groene boulevard. Dat het in Gent wat moeilijker gaat om heldere keuzes te maken betekent niet dat de mobiliteitstransitie stilstaat, maar dat we net aan het moeilijkste deel zijn aangekomen: radicale verandering op lange termijn. En die structurele verandering, die brengen we (jammer genoeg) niet binnen één legislatuur tot stand.

Conclusie
De conclusie is dat het te vroeg is voor conclusies. Het stadsbestuur heeft heel wat moois in de steigers gezet dat de komende jaren zichtbaar zal worden. Er gebeurt ontzettend veel tegelijk in Gent: het gaat bijvoorbeeld erg hard met de fietsinfrastructuur en bij elke heraanleg wordt onthard en vergroend. Het RUP Groen dwingt bewondering af, maar groen dat niet in het RUP werd opgenomen, kan vooralsnog op weinig bestuurlijke bescherming rekenen. Op deze bedreiging (in de vorm van duizend kleine en grote bouwprojecten) heeft het stadsbestuur nog geen krachtig antwoord. Gent heeft het, net als andere steden, financieel niet gemakkelijk, onder meer door sterk gestegen energieprijzen. Onze tip: maak de eerste bewonersparkeerkaart betalend en investeer de opbrengst om vervoersarmoede te bestrijden en deelmobiliteit te versterken. Deze beleidsmaatregel werkt herverdelend, draagt bij aan klimaatdoelstellingen en aan de bewustwording van de gigantische inname van publiek domein door privéauto’s.
Eén ding is zeker: Gentenaren zijn trots op hun stad en verwachten van het bestuur, inderdaad, ambitie en durf. Onze oproep aan de ploeg van burgemeester De Clercq is dan ook: leiders, leid! Volhard in de ontharding, ga voor echte ruimteneutraliteit, vecht voor elke boom. Het stadsbestuur heeft alle troeven in handen om de komende jaren straf beleid te voeren. Go!

Dit artikel werd geschreven door Bouke Billiet voor Frontaal (editie zomer 2022), het magazine van Gents MilieuFront. Wil je ook 4x per jaar inspirerende en kritische Frontaal-artikels lezen op papier of digitaal? Word nu lid van GMF en geniet van Frontaal en tal van andere fijne voordelen!

Foto’s: Nathalie Samaes

Print

Zonder Gentenaars geen GMF!

Samen maken we van Gent een stad van de toekomst. Word lid voor €5 per jaar en krijg er ons tijdschrift Frontaal bovenop.

Lid Worden X