• Wij zijn GMF

    Benjamin, bestuurslid, handige harry

    Gelukkig zijn er ook veel mensen binnen en buiten GMF die constant aan de ecologische kar blijven trekken en op dezelfde nagel blijven kloppen.

Bomen in de stad, een mediterrane migratie

15 oktober 2023 at 2:49pm

Onze stedelijke bomen krijgen het steeds moeilijker door klimaatverandering. Welke bomen hebben de meeste overlevingskansen in deze betonnen omgeving? Een gesprek met Vito Leyssens, stafmedewerker Vereniging voor Openbaar Groen en leerkracht biologie aan Technische Scholen Mechelen.

Kan u ons meer vertellen over de Vereniging voor Openbaar Groen?
Steden maken zich lid bij ons en kunnen advies inwinnen over soortkeuze, beheer, beleid en visie op openbaar groen. We geven ook een vakblad uit met de meest up-to-date kennis van onze sector.

 Zijn steden dan meer bezig met groen in de stad?
Corona zorgde ervoor dat mensen sneller groene ruimtes opzochten en meer waardeerden. Die publieke ruimten kunnen voor mensen zonder tuin verkoeling en ontspanning bieden. Je moet soms ver stappen om kwalitatief groen te hebben. Die problematiek hebben overheden begrepen. Wanneer het echter over bomen in een klimaatcontext gaat, over de urgentie ervan, zie ik veel bewustzijn maar weinig doelgerichte daadkracht. De kosten moeten nu betaald worden, terwijl de opbrengsten voor binnen dertig jaar zijn. Dan is een politieke carrière voorbij. Het snelle ritme van de politiek komt niet overeen met het trage ritme van de boom. Het zal nochtans pijn doen: droogteperiodes zorgen voor extra overlijdens, overstromingen kosten handenvol geld. Bomen zijn hierin onze bondgenoten. Ze staan in de frontlinie en zijn onderhevig aan het klimaat, maar tegelijkertijd kunnen ze het klimaat veranderen.

 Wat zijn de belangrijkste conclusies uit uw onderzoek?
Ik heb de klimaatgeschiktheid van 150 boomsoorten onderzocht bij een opwarming van 1,5° en 3°, en dit in 2050 en 2100. We zien een poolwaartse migratie waardoor we aangewezen zullen zijn op het planten van mediterrane bomen in een stedelijke context. Deze gedijen beter in een stenige, stadse omgeving, waar de lucht droger is en het hitte-eiland effect heerst, omdat beton overdag veel warmte opneemt en die ’s nachts weer uitstraalt. Droge stadslucht kan meer vocht opnemen, waardoor de boom meer vocht verdampt via de huidmondjes. Een boom wapent zich ertegen door kleinere bladeren te hebben, zodat hij fijnere reguleermogelijkheden heeft. De boom heeft daardoor ook een grotere binnenkruin waarin de blaadjes meer in de schaduw staan.
Een ander voordeel van bepaalde mediterrane bomen, zoals de rododendron, is een stevige waslaag waardoor de blaadjes stugger zijn. Hierdoor kan het blad meer vocht bijhouden. Nog een klimaatbestendige boom is de Quercus Ilex, de steeneik. Die heeft het voordeel dat hij bijdraagt aan de biodiversiteit, iets wat bij uitheemse bomen niet altijd het geval is. Naaldbomen kunnen ook goede kandidaten zijn, maar die lagen buiten de scope van mijn onderzoek. Toch moeten we op onze hoede zijn. Bij een scenario van drie graden zal de klimaatgeschiktheidszone van de steeneik al opgeschoven zijn ten noorden van België. Dit is dan ook een waarschuwing om aan klimaatmitigatie te doen, want zuidelijker dan het mediterrane gebied is woestijn.

Welke bomen zou je niet meer planten?
Wanneer het over alleenstaande bomen in een betonnen omgeving gaat: beuken en zomerlindes. Bij een opwarming van drie graden in 2050 zal een geschikte klimaatzone in continentaal Europa voor de zomerlinde quasi onbestaande zijn. Enkel in Noord-Europa zal hij nog een geschikt klimaat vinden. Echter, in 2100 met drie graden opwarming, kan hij dit nergens in Europa vinden. Een boom kan meerdere periodes van hittestress in zijn leven namelijk moeilijk aan. We moeten ook rekening houden met de migratiesnelheid van bomen. Die gaat trager dan het opschuivende klimaat, zeker bij climaxbomen. Daarom zal er nood zijn aan geassisteerde migratie. Ik pleit ervoor om zaaigoed of stekken te importeren en geen volledige bomen zodat we de ziekten en plagen van het zuiden niet meenemen. Van onze inheemse bomen, hebben we ook zuidelijker zaaigoed. Er zijn zomereiken die aangepast zijn aan een zuidelijker klimaat. Dat is dus ook een weg die we kunnen bewandelen.

Dat brengt ons naar de discussie tussen inheems en uitheems.
Voor sommigen is de overlevingskans van een boom het belangrijkste, maar ik zou toch de biodiversiteit willen ondersteunen. In een park of tiny forest zou ik inheemse soorten gebruiken. Het hitte-eiland effect speelt er minder, en de bomen houden elkaar fris. In een versteende omgeving zijn klimaatbestendige bomen te verkiezen, maar ik zou binnen Europa blijven. Dieren migreren ook noordwaarts, dus de biodiversiteit volgt. Inheems waar kan, uitheems waar moet. In Antwerpen zet men in op inheemse bomen door de standplaats klimaatbestendig te maken, door bijvoorbeeld een grotere oppervlakte rond het plantvlak van de boom te creëren zodat er meer hemelwater kan infiltreren. Het een hoeft het ander niet uit te sluiten. 

Bestaat het gevaar niet dat bij de uitheemse bomen een invasieve soort zit?
Van elke boom die ingevoerd wordt, kan er zich 10% voortplanten en daarvan is 10% invasief. Dat vormt inderdaad een risico, maar de impact van het niet-overleven van grote aantallen bomen is nog een veel groter risico. Hemelbomen schieten overal uit de grond, en zijn een ramp voor de biodiversiteit. Anderzijds stemt het me ook hoopvol dat er wel degelijk bomen kunnen groeien. Het verdriet dat ik soms voelde tijdens mijn onderzoek omdat de resultaten zo slecht waren voor zo veel bomen, verdwijnt door de hoop dat er in Vlaanderen nog steeds bomen kunnen groeien.
Het is ook belangrijk om de correcte terminologie te gebruiken. In de wetenschappelijke literatuur is een klimaatboom het soort boom dat klimaatverandering het hoofd biedt. Belgische boomkwekers definiëren een klimaatboom dan weer als een boom die tegen hitte, droogte, overstromingen en vriestemperaturen bestand is. Voor weer anderen is het een boom die het klimaat mitigeert: een die koolstof vastlegt, schaduw biedt en water verdampt. Ik ken maar één boom die dat niet doet, en dat is een dode boom. Zo wordt de term klimaatboom nutteloos. Men denkt dan dat een boom met grote bladeren klimaatbestendig is, omdat die veel schaduw zou geven, maar mijn onderzoek toont net het omgekeerde. De belangrijkste factor in het leveren van ecosysteemdiensten is de ouderdom van een boom. We moeten bomen zoeken die in de stad oud kunnen worden.

Een stad is dynamisch. Mag een boom in de weg staan van die dynamiek?
Om de drie jaar worden straten uitgebroken omdat nutsleidingen onder de grond zitten. Zo komen we in conflict met de bomen. We moeten ze genoeg groeikansen geven. De juiste boom op de juiste plaats, zoals Martin Hermy het treffend zegt. Ik ben ook fan van bomen, maar soms moet je voor iets anders kiezen.

 Wat zou het ideale vervolgonderzoek zijn?
Het zou interessant zijn om data van het hitte-eiland effect mee in het onderzoek op te nemen. Dat brengt technische uitdagingen met zich mee, want dan wordt het model voorspellend.Aan de universiteit van Wageningen heeft Marc Ravesloot een serre gezet met boompjes waarvan ze denken dat ze klimaatbestendig zijn. Men gaat de atmosfeer in de serre reguleren zodat die warmer en droger wordt en bekijken welke groeien. In België doet men dit in Haspengouw met fruitbomen in een soort klimaatkoepel. Het zou interessant zijn dit onderzoek met gewone bomen te doen.

Dit artikel werd geschreven door Michaël Verest voor Frontaal (editie herfst 2023), het magazine van Gents MilieuFront. Wil je ook 4x per jaar inspirerende en kritische Frontaal-artikels lezen op papier of digitaal? Word nu lid van GMF en geniet van Frontaal en tal van andere fijne voordelen!

Foto’s: Jurgen Remmerie, Pixabay Tama66, Pixabay Geralt

Print

Zonder leden geen GMF!

Word lid vanaf €10 per jaar en ontvang 4x per jaar ons magazine Frontaal

Lid Worden X